Schadeclaim wegens discriminatie door arbeidskorting gebaseerd op ongelijke behandeling en rechterlijke uitspraak
De in te stellen schadeclaim wegens discriminatie in verband met de arbeidskorting berust op twee pijlers:
1.Intrinsieke discriminatie: De arbeidskorting is in 2001 oorspronkelijk ingevoerd ter vervanging van het arbeidskostenforfait, dat bedoeld was als compensatie voor door werkenden gemaakte arbeidskosten. Tegelijkertijd werd het beleidsdoel van bevordering van de arbeidsparticipatie toegevoegd, en later ook dat van koopkrachtbevordering. Voor veel arbeidsongeschikten met een uitkering zoals de WAO, Wajong, WAZ, WIA (WGA/IVA) of een particuliere AOV-uitkering, die niet of slechts gedeeltelijk kunnen werken, leiden deze beleidsdoelen echter tot een ongelijke behandeling die intrinsiek discriminerend is.
2. Juridisch vastgestelde discriminatie: Op 15 november 2024 heeft de Hoge Raad in haar arrest (ECLI:NL:HR:2024:1657-Pdf) geoordeeld dat de zogenoemde samenvoegbepaling in uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 discriminerend is. Deze bepaling houdt in dat arbeidsongeschikten die hun WIA-uitkering via de werkgever ontvangen, de arbeidskorting ook over die uitkering kunnen toepassen. De Hoge Raad heeft daarbij uitgesproken dat het aan de wetgever is om zorg te dragen voor rechtsherstel. Het voornemen van de wetgever om de samenvoegbepaling per 2027 in te trekken, biedt echter geen rechtsherstel aan de grote groep arbeidsongeschikten die in het verleden geen arbeidskorting konden toepassen en daardoor schade hebben geleden. Feit is dat het grootste deel van de WIA-gerechtigden jarenlang door de wetgever is gediscrimineerd en dat deze discriminatie tot in ieder geval 2027 voortduurt.