Er is sprake van discriminatie bij de arbeidskorting door de samenvoegbepaling, omdat gelijke gevallen ongelijk worden behandeld. Werknemers die een arbeidsongeschiktheidsuitkering (zoals een WIA, IVA, WAZ of WAJONG) ontvangen via hun werkgever krijgen wél arbeidskorting over die uitkering, terwijl werknemers die dezelfde uitkering rechtstreeks van het UWV ontvangen, géén arbeidskorting krijgen over hun uitkering. Dit verschil ontstaat puur door de administratieve route van uitbetaling, niet door een wezenlijk verschil in de situatie van de uitkeringsgerechtigden: in beide gevallen gaat het om mensen die naast hun werk een uitkering ontvangen.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat dit onderscheid in strijd is met het discriminatieverbod uit mensenrechtenverdragen, omdat er geen objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat voor het verschil in behandeling. Het oorspronkelijke doel van de samenvoegbepaling, het verlichten van administratieve lasten voor werkgevers, is door de huidige automatisering achterhaald en kan het verschil niet meer rechtvaardigen. Daarom is er sprake van discriminatie: gelijke gevallen (werkenden met een uitkering) worden ongelijk behandeld zonder geldige reden, enkel op basis van de wijze van uitbetaling.